maandag 29 november 2010

Broers wint ATFR 2010

Broers en zussen stonden centraal in de voorstellingen die afgelopen weekend het Amateur Theaterfestival Rotterdam wonnen. ‘Drie Zusters ‘ van SKVR / Het Nieuwe Werk, Pank met ‘Ik ben hier niet echt’ en ‘Broers’ van Het Lage Licht. Hoe gaan broers en zussen om met verlangens, met verlies en met verschillen? Die vragen werden op heel diverse manieren beantwoord.
Het ATFR begon zaterdag voor mij met de voorstelling ‘Moederliefde’ van Spiegeltje. Even dacht ik dat ik verzeild was in een voorbeeld van een nieuwe opvoedvisie die we in Rotterdam met elkaar willen realiseren. Een buurvrouw belt aan omdat zij zich zorgen maakt over een moeder, haar kinderen en de afwezige vader. Maar het goede gesprek komt niet tot stand omdat de moeder ook haar buren als kinderen gaat behandelen. Hoewel er een leuk decor was met spijlen van boxen, was de voorstelling niet meer dan een grappig niemendalletje.
Interessanter was het filmfragment van de voorstelling ‘Boven is het stil’ wat van Volle Maan te zien was. In een boerderij in Barendrecht hadden zij de roman van Gerbrand Bakker opgevoerd. Mooie beelden van wat een interessante voorstelling was. Stil naar film kijken was er niet bij bij de preview van ‘Homo naast God’ van Het Lage Licht. Een vorm van forumtheater die er op gericht is het thema homoseksualiteit binnen (orthodox-) christelijke groepen bespreekbaar te maken. Bijzonder is dat er direct een beroep op jou als toeschouwer wordt gedaan. Er werd een scène gespeeld van een jongen die misschien aan zijn moeder wil / moet vertellen dat hij homo is, maar dat niet doet. De vraag is aan jou wat jij anders in die situatie zou willen zien en twee toeschouwers mochten vervolgens hun idee uitproberen. Het bijzondere is dat in de scène voornemens dan toch niet zo makkelijk uitvoerbaar blijken als eerder gezegd. Een goede manier om het gesprek aan te gaan en hopelijk gaat dat effect hebben.
Boast nam het publiek met ‘Onder ogen’ mee naar de hel. Een pas overleden man komt in de hel, wordt gemarteld (uitgebeeld met teveel stroboscoplicht) maar daarna begint het lijden pas echt. Keer op keer moet hij vertellen waarom het mis ging met zijn relatie, zijn bravoure verdwijnt en de echte straf is het verlies. Mathijs Haak speelt deze man heel goed, maar de crux dat hij in de hel zit voor zijn overspel en besluit om daarna niet meer lief te hebben is toch een beetje zwak.
De eerste van de drie winnende voorstellingen was ‘Drie Zusters’. Hoewel ik me niet herinner wanneer ik het klassieke stuk van Tsjechow zag, was deze voorstelling wel mooi vormgegeven maar niet krachtig. Drie jonge zussen staan op een toneel vol krukjes en stoelen. Ze verlangen allemaal wat anders, naar hun overleden moeder en vader, naar het behouden van wat er is en slechts één verlangt naar iets buiten hun wereld. Maar daar komt ze nooit. De tekst van Bart Moeyart bevat mooie zinnen, maar die passeren te achteloos. Een voorstelling waar meer potentie in zat.
‘Ik ben hier niet echt’ is het klassieke en dramatische verhaal van de jongen die noodgedwongen in de oorlog belandt en zijn onschuld verliest. In het voormalige Joegoslavië zie je hem heen en weer schakelen tussen zijn sniper positie (waar hij de stand bijhoudt van zijn slachtoffers) en de jongen die hij eens was. Almir Karahodžić speelt zijn eigen tekst overtuigend. Je ziet voor je hoe hij zijn onschuld steeds verder verliest, hoe de dood van zijn broer hem ‘dwingt’ om ook sniper te worden en hoe dan zijn gevoel steeds verder verdwijnt.
‘Broers’ was niet alleen een winnende voorstelling maar won ook de publieksprijs en zaterdagavond gebeurde er ook iets magisch in de zaal. De spelers en het publiek kwamen in een flow met elkaar waardoor alles perfect werd. Het verhaal van dove Timo en zijn horende broer Mark is niet alleen universeel omdat het twee klierende pubers zijn waar de ouders een weekend weg zijn. Het is ook het bijzondere verhaal van wat het betekent om doof te zijn, om soms buitengesloten te zijn, en hoe beide broers daarvan balen. Een voorstelling met een sterke innerlijke noodzaak, maar ook leuk, ontregelend en ontroerend. In een beeld van Bas-tassen en steeds meer troep, zie je de broers worstelen. Bas Bonnier geeft bijzonder indrukwekkend vorm aan Timo. Hij is doof, maar als acteur is hij zoveel meer; als publiek voel je zijn energie, boosheid en slimheid. Benjamin Murck is de horende Mark, en je herkent jezelf als puber en hoe je baalt van (teveel) aandacht voor de ander. Zonder tolk zijn zij echter nergens en Emmy Keuling is die bijzondere tolk. Zij speelt met de conventies van de tolk, hoewel ze keurig begint ze rechts naast het beeld, wordt ze wsteeds meer deel van de actie. Ze leeft mee, je ziet haar reacties, hoe de broers met haar omgaan – als het over seks gaat moet ze even weg – en uiteindelijk kiest ze voor haar eigen mening. Dat is bijzonder en dat is intrigerend.
De tekst van Willy Hilverda was overtuigend en herkenbaar. De regie van Minnekus de Groot was energiek en bouwde de spanning steeds op (muziek die harder werd zodat het publiek Mark niet langer kon verstaan). De dramaturgische adviezen van Kees Deenik hadden gezorgd voor de bijzondere plaats van de tolk in het geheel. Alles viel op zijn plaats. Het publiek werd meegezogen in de voorstelling en reageerde dan ook laaiend enthousiast. Dat betekende dus ook de publieksprijs. Gesterkt door het feit dat broers ook broertjes blijven kon daarna het feest losbarsten.

Foto: Kees Deenik

vrijdag 26 november 2010

Reflecties in de Laurenskerk

'Ik zal leven. Ik zal sterven.' Dat is de tekst op een spiegelwand in één van de nieuw ingerichte kapellen van de Laurenskerk. Woensdag was dit het thema van het vierde 'Lof en lust' concert van Domestica: reflecties over het leven. De muziek, de gedichten en de monologen stonden in het teken van de dood, de liefde en daarmee ook het leven. Symbool daarvoor was het opschrijfboek dat schrijver en acteur Minnekus de Groot in elke scène bij zich heeft. Als vader die nooit afscheid van zijn reizende zoon kon nemen en nu er door heen bladert. Als zijn geliefde die moet leren leven met de leegte en zich vastklampt aan het boek en als Lucas, zoon, vriend en overledende die zijn boek moet laten gaan. Hij voelt zich nu licht.
De muziek is soms vrolijk, soms bekend (het dubbelconcert van Bach, maar dat blijft altijd mooi) en soms tragisch zoals in de muziek van Gesualdo. Het publiek zit in een halve cirkel om het orkest heen en versterkt zo de intieme sfeer van het spel en de voorstelling. De dood is aanwezig en deel van ons allen, waarbij de violiste fungeert als engel des doods. Door de gedichten en de monologen komt zowel de dood als de liefde dichtbij. Dat raakt je en blijft je bij.

Foto: Kees Deenik

maandag 22 november 2010

Majesteit: eenzaam maar niet alleen.

Kijkend naar de film Majesteit van Peter de Baan bekropen mij twee gedachten. 'Eenzaam maar niet alleen' was de eerste. Niet alleen de titel van de tamelijk religieus getinte autobiografie van Prinses Wilhelmina, maar vooral het gevoel dat ik kijkend over Beatrix (indrukwekkend vertolkt door Carine Crutzen) krijg. Na de dood van Claus is ze erg eenzaam, het verdriet drukt op haar. Maar ook voor zijn dood zijn er momenten van eenzaamheid. Dit wordt het meest treffend in beeld gebracht als Claus en de zonen aan tafel zitten en Friso (een kleine glansrol van Eelco Smits) grappen maakt over de problemen van het mogelijk huwelijk van Alexander en Maxima. Beatrix is boos naar buiten gelopen en terwijl zij in de gang staat sluit Friso de deur. Zij staat er buiten, net als haar grootmoeder omgeven door mensen maar toch eenzaam.
De tweede gedachte die bij me opkomt, is wat maakt dat we enerzijds gefascineerd zijn door de Oranjes en anderzijds het idee bestaat dat zij zelf van de monarchie af willen? In de recente tv-serie 'Den Uyl en de affaire Lockheed' ziet Juliana opeens haar kans schoon om de monarchie te laten beëindigen. En ook in Majesteit willen eigenlijk alle Oranjes, inclusief Beatrix, van de monarchie af. Beseffen we dan toch dat de monarchie eigenlijk een idioot systeem is, wat zoals Claus in de film zegt leidt tot misvormde mensen.
Historisch juist is Majesteit niet, wat dat betreft is het meer een vrije fantasie over wat er zou kunnen gebeuren. En juist omdat je weet dat het niet kan, is het des te leuker om Beatrix iedereen - de minister-president voorop - de mantel te zien uitvegen. Je kan je goed voorstellen dat ze zoiets zo graag zou willen doen. Maar het mooist is de film toch in de echte liefde tussen Beatrix en Claus. Liefde die pijn doet, maar die pijn maakt hun liefde niet minder de moeite waard. Die liefde blijft. Dat ontroert.

vrijdag 19 november 2010

Deel 1 van Harry Potter 7

Eindelijk is het dan zover: de nieuwe Harry Potter film is uit. Hoewel ik de nachtelijke voorpremière aan me voorbij liet gaan (terwijl bij het uitkomen van het boek ik toch echt in de rij bij Donner stond) klopte gisterenavond mijn hart vol verwachting. Deel 7 is het meest zwarte deel van de serie. De terreur en tirannie heersen en lange tijd lijkt de missie van Harry, Hermione en Ron dan ook uitzichtloos. Hoe kunnen zij Voldemort ooit verslaan? De film maakt de uitzichtloosheid en de verwarring goed zichtbaar. Opgejaagd van plek naar plek, achterna gezeten door 'snatchers' en luisterend naar eindeloze radioberichten over mensen die gedood zijn. Wel moet gezegd worden dat de spanning tussen Harry, Hermione en Ron in het boek nog sterker tot uitdrukking komt.
De film is ook spectaculair. Het vertrek van de zeven Harry's uit Privet Drive, hoe ze het lukt de hanger uit het Ministry of Magic te krijgen, de slang Nagini als de lieflijke oude dame Mathilda Bagshot en de redding door Dobby uit het huis van de Malfoy's. Erg mooi is ook de animatie die het sprookjesverhaal vertelt over 'The Elder Wand'. Dobby steelt aan het einde show, als een 'free elf', wil hij Bellatrix niet doden, maar zoals die zegt 'just mame or seriously injure you'. Echter zijn heldendaad kost hem zijn leven, en hij sterft in de armen van Harry. De terreur van Voldemort komt dichter- en dichterbij: eerst Sirius, toen Dumbledore en nu Dobby. En Voldemort wordt machtiger en machtiger met zijn nieuwe toverstok. En dan eindigt de film .... je wilt weten hoe het verder gaat ... dus toen ik thuiskwam pakte ik het boek. Want voor deel 2 van de film moeten we nog ruim een half jaar wachten.

maandag 15 november 2010

Mysterieuze Letse klanken

Zondagavond zong het Lets Radio Kamerkoor in de Laurenskerk. Het zijn voor mij onbekende werken van Esenvalds, MacMillan, Saariaho en Francesconi. Maar het is een zeer bijzondere ervaring. Zeker de muziek van Esenvald en MacMillan met de kwaliteiten van dit fabelachtige koor. Technisch uitermate moeilijk worden de meest bijzondere en soms mysterieuze klanken voortgebracht. Het zijn geen makkelijk in het oor liggende melodieën, maar wel raakt het je en voert het je mee. Het is muziek die niet echt te beschrijven is en waarvan ik ook niet weet of het op CD hetzelfde werkt. Op de site van Eriks Esenvalds is veel te vinden. Maar in een kerk op een stormachtige zondagavond is het een indrukwekkende ervaring.

Tenzij je geluk hebt


De kwetsbaarheid van geluk en de onverklaarbaarheid van sommige keuzes. Met die gevoelens loop ik de zaal uit na de voorstelling 'Tenzij je geluk hebt' van O.T.Theater (gebaseerd op de roman van Carol Shields). Wat gebeurt er als het leven van een gelukkig gezin wreed verstoord wordt als de oudste dochter besluit om te gaan leven van en voor goedheid? Als ze kiest dakloos te zijn en alleen met een bord met goedheid er op, op een straathoek gaat zitten. Het geluk van het gezin is tastbaar en het verdriet en de onmacht ook. Van de moeder (een sterke rol van José Kuiper) die bijna knielend op straat haar dochter een tas met etenswaren toeschuift, en van de vader die zijn dochter zwijgend met dekens bedekt.
De voorstelling roept allerlei beelden en vragen op. Het beeld van Hondsdagen waarin de spelers ook met een bord karton met een boodschap er op stonden. De vraag van is hier sprake van een vrijwillige keuze en of we in Rotterdam in het kader van het 'plan van aanpak maatschappelijke opvang' niet al hadden ingegrepen. Maar ook de herinnering aan keuzes van andere vrouwen uit de literatuur en hoe zij met het leven omgingen. Aan de hysterie uit 'Van de koelen meeren des doods', aan de vlucht uit 'The hours'. Is er inderdaad sprake van een keuze van sommige vrouwen om zich zo af te zetten tegen de wereld? Het riep ook de vraag op of je inderdaad maar geluk hebt, dat er nog niets ernstigs is gebeurd?
De voorstelling geeft geen antwoord op het waarom van de keuze, geen antwoord op hoe het verder gaat, maar toont de teerheid van geluk. Een teerheid om te koesteren.


Foto: O.T.Theater/Maarten Evenhuis

Munch in de Kunsthal

Het schilderij van Edvard Munch 'De Schreeuw' is inmiddels veel meer dan een schilderij geworden: het is zowel een icoon als een reclamebeeld. De overzichtstentoonstelling van het werk van Munch in de Kunsthal is dus een mooie gelegenheid om meer van Munch te zien. Het is een interessante tentoonstelling, anders dan het beeld van Munch dat ik vooraf had. Mijn beeld beperkte zich tot vooral zijn symbolistische schilderijen. In deze tentoonstelling is meer te zien met veel portretten en andere schilderijen in diverse stijlen. Ik weet niet of ik nu echt een heel overzicht van het werk van Munch heb gekregen, maar er zaten wel nieuwe krachtige beelden bij, zoals deze gele boomstammen,

vrijdag 12 november 2010

Trust en Hondsdagen

De afgelopen dagen zag ik twee voorstellingen waar beweging het centrale element was. Trust van anoukvandijk en de Schaubühne am Lehniner Platz en Hondsdagen van het Rotheater.
In Trust werden taal, dans en veel energie gecombineerd. Steeds in wisselende duetten werd het persoonlijke verhaal verteld en tegelijkertijd het grote verhaal over de economische crisis. Er werd veel gesproken en dat herinnerde enigszins aan het werk van Gerardjan Rijnders. De werkelijkheid als inspiratiebron; de teksten waren daardoor zowel herkenbaar als ook vervreemdend. De dansers brachten veel energie in en sleepten de acteurs mee. Tekst en dans vulden elkaar prachtig aan.
Hondsdagen daarentegen is een veel ingetogener en in zekere zin ook kleinere voorstelling. De openingsscene is daarvan een goed voorbeeld een pinnige zuster duwt de oudere muzikant langzaam maar steeds scherper vooruit. Terwijl het een zeer fysieke voorstelling is (je ziet bijna de blauwe plekken verschijnen) gaat het over een kleinere wereld en over de vernederingen daarbinnen. Er zitten een paar minder sterke elementen in zoals het verschonen van een luier of het spelen met een poep. De live uitgevoerde muziek daarentegen is sterk vooral van Maartje Teussink en een bijzonder mooi zingende Gijs Naber. Hopelijk krijgt hij nog eens een grotere muzikale rol.

maandag 8 november 2010

The Social Network. Een film die vragen oproept.

In een tijd dat social media steeds belangrijker worden en ik zelf blog en twitter is het natuurlijk een must om de film 'The Social Network' te gaan zien. Ik moet wel toegeven dat ik slechts een slapend profiel op Facebook heb, ook niet op Hyves ben en alleen Linkedin volg. Maar de film is zeker interessant en onderhoudend. De vraag is wel hoeveel de film nu zegt over social media en of het niet meer een klassiek verhaal is over een loner met een fantastisch idee en hoe die zich vervolgens opwerkt. Want Mark Zuckerberg is niet de aardige medestudent die een netwerksite ontwikkeld om contacten tussen mensen te versterken. Zijn eigen frustratie na door zijn vriendin te zijn gedumpt leidt tot een eerste puberaal succes en dat leidt - met enig intellectueel winkelen bij anderen - tot het zeker briljante concept voor Facebook. Interessant is dat ondanks zijn berekende werkwijze hij een combinatie van irratie en sympathie oproept (sympathie zeker in zijn strijd met te rijke en verwende Harvard-roeiers).
Een aspect wat mij intrigeerde in de film was de groepsdwang van het collegelife op de Amerikaanse universiteiten. Het gevraagd worden door de juiste (geheimzinnige) 'studentenvereniging' was cruciaal. In mijn herinnering maakte het tijdens mijn studententijd niet uit of je lid was van een studentenvereniging. Als geschiedenisstudent was het zelfs een uitzondering om lid te zijn en zeker niet van zoiets 'bizars' als het corps. Misschien was die situatie wel de uitzondering, maar voor mij roept het wel de vraag op welke rol de behoefte om ergens bij te horen aan de ene kant en groepsdwang aan de andere kant een rol spelen bij het succes van social media. Het is goed als een film die ook gewoon een spannend verhaal vertelt, juist dat soort vragen oproept.

vrijdag 5 november 2010

Thomas More: muziekvoorstelling in de Laurenskerk

Thomas More is ter dood veroordeeld en eenzaam loopt hij weg. Terwijl hij door het schip van de Laurenskerk loopt, klinkt het orgel. Veroordeeld door de koning, maar trouw gebleven aan zichzelf en zijn geloof. In de serie ‘Lof en lust’ verzorgen het muziekgezelschap Domestica, organist Hayo Boerema en acteur Ruurt de Maesschalck de voorstelling ‘Nothing but the true’ met teksten van Minnekus de Groot en in regie van Serge van Veggel. In Nederland is Thomas More vooral bekend door zijn vriendschap met Erasmus, maar in deze voorstelling staat zijn vriendschap met en teleurstelling in koning Hendrik VIII centraal. Waar Thomas More begon als de mentor van de koning die hoopte dat hij de eerste humanistische vorst zou worden, hij lord chancellor werd en eindigde hij als vermeend hoogverrader. Verrader omdat hij de scheiding van de koning en de suprematie van de koning over de kerk niet wilde erkennen.
De voorstelling combineert op een mooie manier muziek, tekst en spel. Met muziek van onder andere Hendrik VIII zelf, Händel, Hellendaal en Stanley, soms teder, soms vrolijk, maar ook hard en triest. Ruurt de Maesschalck is niet alleen Thomas More, maar ook zijn aanklager en het woedende publiek. Als Thomas More zwijgt hij vooral. En met dat zwijgen komen de associaties. Een associatie met een zogenaamd politiek proces waar de verdachte de afgelopen weken zweeg. Maar sterker en passender is de associatie met Jezus die voor Pilatus ook zweeg. Alleen daar zittend, in het licht, terwijl de muziek klinkt voel je zijn pijn en zijn kracht. Even daarna waan je in de rechtszaal als hij de aanklager is. Dan zit hij naast je en ageert hij tegen More.
Maar het meeste indrukwekkende blijft de eenzame weglopende Thomas More terwijl op het orgel de muziek van Stanley klinkt.

Foto: Kees Deenik

Buk

Charles Bukowksi was een Amerikaanse auteur die vooral de zelfkant van het leven beschreef. Dat deed hij in vele gedichten en romans. John Buijsman maakte er nu een voorstelling over waarbij de teksten van Bukowski door Jules Deelder werden vertaald. Naast muziek bevat de voorstelling ook een bijzondere tekenfilm van Peter Pontiac waarin spel, muziek en film samenkomen. Het spel is heftig en soms hilarisch. De drank vloeit rijkelijk om het zo te zeggen. Het levert een energieke, amusante voorstelling op. Wel ligt de nadruk erg op het amusante, het tragische krijgt minder aandacht. Het is er als John Buijsman als Bukowski in het ziekenhuis ligt, maar dat is er jammer genoeg te weinig.

donderdag 4 november 2010

Anselm Kiefer in Antwerpen

Wie wel eens in de entreehal van het Maritiem Museum in Rotterdam komt, kent de wand vol met modellen van schepen. Op de tentoonstelling met het werk van Anselm Kiefer in Antwerpen is een onverwachte variant op dit beeld te zien. Een groot werk, ook met schaalmodellen van schepen. Echter hier heeft de ramp toegeslagen; alle schepen zijn beschadigd, in het centrum straalt de oranje menie. Het roept de associatie op met Pearl Harbour. En de titel 'Voyage au bout de la nuit' aan het werk van Celine.
Het is één van de indrukwekkendste schilderijen van Kiefer die te zien zijn. Zijn werk als schilderijen te betitelen doet echter geen recht aan zijn werk. Het zijn werken vol kracht, met veel verschillende materialen, met lood, met vliegtuigen, met steen, met stokken, met zonnebloemen en met takken. Voortdurend voel je in het werk de dreiging, de donkerte en geweld. Een vlakte vol kale akkers met sneeuw, met houten kruizen er op. Een toren van Babel waarvan je je afvraagt hoe dit megagrote schilderij dat vooral van ver gezien moet worden, zo gedetailleerd gemaakt is. De resten van planten die in hars zijn gevangen. De zee onder, de wolken boven en de ladder die de werelden verbindt.
Hoewel veel van de werken verwijzen naar de dood, gaat er ook veel kracht en leven vanuit. De spanning wordt bijna tastbaar en komt van de oppervlakte af. De spanning, de kracht, het contrast tussen dood en leven maken het een bijzondere tentoonstelling.

The Open Road

Al weer een week geleden zagen we 'The Open Road', een voorstelling in het kader van 'Club Opera'. Het was een intrigerende poëtische voorstelling. Componiste Kate Moore heeft lichte, ijle muziek gecomponeerd die soms in de verte aan Britten doet denken. Een harp, twee trompetten en een harmonium, zangers en stemkunstenaars. De muziek voert je mee met gedachten over reizen en onderweg zijn. Het libretto bestaat uit fragmenten uit het dichtwerk Song of the Open Road van de 19e eeuwse Amerikaanse dichter Walt Whitman. In harmonie met de muziek klinken de volgende regels:
Camerado, I give you my hand!
I give you my love more precious than money,
I give you myself before preaching or law;
Will you give me yourself, will you come travel with me?
Shall we stick by each other as long as we live?
Bijzonder is het toneelbeeld van de voorstelling. Rode draden van bollen wol vullen het toneel. Ze worden alle kanten opgegooid, vormen een web, gaan omhoog en omlaag en verbinden het begin en eind. Een teder beeld voor een poëtische voorstelling.