zondag 26 juni 2011

Brieven van Annie MG.

Annie MG Schmidt is een bijzonder Nederlands fenomeen. Haar honderste geboortedag werd een paar weken groots gevierd, onder andere met de verschijning van het brievenboek 'Liefs van Annie'. Het is een leuk en vrolijk boek om te lezen want steeds schrijft Annie MG Schmidt iets grappigs, origineels of tegendraads. Dat is leuk om te lezen en je volgt haar door haar lezen. De brieven nemen je zowel mee gedurende de jaren dertig als Annie op zoek is - aangedreven door haar moeder - naar een man. Je leest ook over de jaren zestig en zeventig waarin ze werkt aan de musicals. Leuk en onderhoudend om te lezen.
Voor mij riepen de brieven wel de vraag op of we nu de hele Annie MG Schmidt hebben gezien waarbij haar brieven samenvallen met de publieke personage of dat er andere aspecten zijn die niet alleen vrolijk of tegendraads zijn. Maar misschien is dat slechts een vraag naar iets waarvan je denkt dat er zou moeten zijn.

zaterdag 25 juni 2011

Kiefer en het Stedelijk Museum.

Het Rijksmuseum heeft Anselm Kiefer uitgenodigd een kunstwerk te maken in dialoog met de Nachtwacht. Kiefer liet zich echter meer inspireren door Van Gogh en maakte het drieluik 'La Berceuse'. Als we echter bij het Rijksmuseum aankomen staat er een lange rij. Even vergeten dat de talloze toeristen op een regenachtige zaterdagmiddag ook naar een museum willen. We hebben geen zin in de rij te staan en gaan dus naar het Stedelijk. Voor het eerst sinds jaren ben ik er weer (en hoe ironisch is de Stedelijk CS poster uit de collectie Stedelijk-posters die ons uitnodigt om straks in 2009 voor het heropende Stedelijk). Maar de gerenoveerde oudbouw is mooi geworden en er zijn weer Mondriaans te zien, evenals de werken van Malewich en een mooie Charley Toorop eveneens geïnspireerd door Van Gogh.
Gelukkig is daarna de rij geslonken, zodat we snel toch nog een blik op de Kiefer kunnen werpen. De afmetingen zijn identiek aan die van de Nachtwacht (die dan toch altijd weer kleiner is dan ik denk), maar het werk verlangt toch eigenlijk een grotere ruimte. Bij de Kiefer tentoonstelling in Antwerpen paste de imposante ruimten bij de grote werken. Wel weerspiegelt de Nachtwacht in de vitrine en referen de stelen van de zonnebloemen aan de lansen in de Nachtwacht. De zonnebloemen, de stoel, de vloer, het gedroogde, het gebarstene, een mooi werk van Kiefer. Het wordt tijd voor een grote Kiefer tentoonstelling in Nederland in een grootse ruimte, iets voor de Onderzeebootloods volgend jaar?

The tree of life. Poëtische vertelling.

The tree of life is een film die eigenlijk een soort buitencategorie film is. Natuurlijk het gaat ook over een jongen die opgroeit, zijn broer verliest en daarop terugkijkt. Maar het is vooral ook een poëtische film met opvallend weinig tekst, veel muziek en bijzondere beelden en elementen waarover je blijft nadenken. Zo is er de moeder die een bijna feeërieke gestalte heeft, aanbeden door haar zoons, soms zweeft ze, soms is ze speelgenoot onder sproeier, maar ze is ook object van verering. De zoon die vaak schuin naast je kijkt en beseft dan die meer op zijn vader lijkt dan hij zou wensen. De dialoog en de vragen van de jongen: aan zichzelf, aan God? Met muziek van Bach, Brahms en ik dacht ook van Britten en de (herinneringen aan een) gitaar. De zonnebloemen, de druppels, de rivier, het licht, de beelden die komen. Een film om je aan over te geven.

Parade: een beetje leuk.

De Parade in Rotterdam is terug in het Museumpark. Dinsdagavond regende het niet dus toch weer eens kijken. Het ziet er leuk uit en uiteindelijk zien we één mooie, twee wel aardige voorstellingen en één echt slechte. Samurai van het Rotheater gaat over een portier van een kantoorgebouw die zich verslaapt. Goed gebracht door Bart Slegers, maar verstoord door vier toeschouwers die eerst gingen praten en toen dwars over het toneel de tent verlieten. Tja, een voorstel over waanzin leidt soms tot waanzinnige reacties.
De Asthon Brothers brengen ook een show - ik denk een voorproefje van de show van het komende seizoen. Het is leuk, goed gebracht en uitgevoerd met zang en spektakel. Roosbeef brengt grappige liedjes. Maar er is ook een slechte voorstelling 'Who's afraid of George & Mildred'. Was de tv-serie destijds soms wel grappig, nu is het alleen flauw en gedateerd. Ook al sluipen er een paar zinnen Albee in, de voorstelling is niet geslaagd. Zo blijft de Parade die mengeling, met jammer genoeg te weinig hoogtepunten.

Ruhrgebied: fietsen, musea en muziek


Bij het Ruhrgebied denken velen nog aan rokende schoorstenen en zwarte luchten. Er zijn nog wel schoorstenen, maar het is inmiddels ook een mooi gebied om te fietsen en van veel cultuur te genieten. Fietsen niet alleen langs de Ruhr zelf, maar ook langs industrieel erfgoed. Van scheepsliften tot de ontmantelde staal- en kolenbedrijven. Zo is op de Zollverein in Essen het prachtige Ruhrmuseum verrezen. En waar in Nederland het tijden lijkt de duren voor musea worden opgeknapt heb je in Essen ook het vernieuwde Folkwangmuseum en in Dortmund de Dortmunder U. Het is om jaloers op te worden.
In Dortmund vielen we midden in het muziekfestival Klangvokal. Zo konden we twee bijzondere concerten bezoeken. Accordeone brengt 18e eeuws volksliederen uit Napels en omgeving. Van liefdesliederen tot een soldatenlied dat zich richt tegen de Franse revolutie. Met enorme zeggingskracht vullen ze de kerk. Twee dagen later is er even bijzondere avond van La Vexiana. Hier wordt 17e eeuws muziek van bijvoorbeeld Monteverdi gecombineerd met jazz. Als de sopraan Roberta Mameli zingt en wordt ondersteund door de saxofoon die de lijn van de zang volgt, aanvult en soms tegenspreekt ontstaat een prachtige combinatie. Een heerlijke vakantie kortom.

vrijdag 3 juni 2011

Lucas van Leyden.

In de Lakenhal in Leiden is de overzichtstentoonstelling over Lucas van Leyden te zien. Bijzonder aan de tentoonstelling is dat niet alleen zijn schilderijen te zien zijn maar ook veel van zijn prenten. Daarbij worden de prenten vaak vergezeld door werk van Dürer over hetzelfde thema. Het werk van Lucas van Leyden is vaak net wat lichter dan dat van Dürer (van wie een prachtige tekening hangt die hij van Van Leyden maakte). De tentoonstelling eindigt met de grote triptieken van Van Leyden en met de originele Leidse koorboeken. Een mooie tentoonstelling.

Zhong van het Rotterdams Wijktheater.

Het is de try out van Zhong, de nieuwe voorstelling van het Rotterdams Wijktheater over de Chinese gemeenschap in het Oude Westen. Het blijkt een bijzondere avond te worden. De start is in de Gouvernestraat, waar we niet alleen de Chinese versie 'Don't cry for me Argentina' horen, maar ook ingedeeld worden in de rode drakenstoet. Maar eerst zien we een voorstelling over en met Chinese jongeren. Fragmenten over de Chinese school, het verschil tussen geld krijgen en aandacht, over de dwang te moeten slagen en over shoppen worden mooi aaneen geweven.
Vervolgens gaan we in een stoet met drakenkop en paraplu's de wijk in. Het eerste adres is het 'oudste' Chinese restaurant waar we eerst aan het werk gezet worden met bakjes sambal vullen terwijl de koks aan het zingen slaan. De serveersters vertellen daarna verhalen uit hun leven met het genummerde menu als gids. We zijn te vroeg voor de volgende scène dus we moeten een extra blokje omlopen onder vele verbaasde blikken. Een dominee vertelt daarna over de eerste jaren van de Chinese gemeenschap op Katendrecht afgewisseld met een Chinese dansgroep van vrolijk glimlachende dames.
Het bezoek aan de 'Aktiegroep Oude Westen' past naar mij idee minder in het geheel. Het is een beetje te flauw sketchje als op de bonte avond. Daarna wordt met Thai Chi in een binnentuin de avond afgesloten.
Er volgt nog een toetje in de vorm van een loterij en karaoke (maar vreemd genoeg niet met Chinese songs) in de Gouvernestraat. Sommige elementen zijn sterk zoals de Chinese jongeren en het restaurant. Maar - hoewel het een amusante avond was - lukt het de voorstelling niet echt om zowel iets nieuws te zeggen over de Chinese gemeenschap anno nu of over het Oude Westen als wijk.

woensdag 1 juni 2011

Festival aan de Werf.

Het is de eerste keer dat ik voorstellingen zie op het Festival aan de Werf. De eerste voorstelling is 'I am 1984' van Barbara Matijevic. Het is een voorstelling als een lezing met allerlei associaties en al dan niet toevallige verbanden over 1984. Het doet even denken aan het begin van de film Magnolia, ook daar verbanden tussen schijnbare toevallige gebeurtenissen. Het is een leuke, prettige voorstelling maar het einde is abrupt zonder dat er echt een conclusie is.
Daarna gaan we naar Actor van Kris Verdonk. Het is meer een installatie dan een voorstelling, hoewel je doordat je wordt rondgeleid wel wordt 'gedwongen' wordt de installatie in een bepaald ritme te zien. Het eerste deel is een soort bak met bewegende stoom. Mijn eerste gedachte is aan de 'pensive' uit de Harry Potter films. Ik vraag me af wat er gebeurt als ik voorover zou buigen, zou ik dan ook in een andere wereld komen. Daarna zie je een videoprojectie (het holodeck van Star Trek) en tot slot een robot die probeert te springen en te lopen. Intrigerend om de drie onderdelen te zien.

Ensor in Den Haag.

Vorig jaar zagen we een grote Ensor tentoonstelling in Parijs en nu dan een tentoonstelling in het Gemeentemuseum in Den Haag. De renovatie van het museum in Antwerpen maakt dat een deel van de collectie nu kan reizen. Het is een mooie tentoonstelling die zowel het vroegere meer realitische werk als de latere werken met maskers goed doet uitkomen. Interessant is dat er ook maskers uit de collectie van Ensor zelf te zien zijn, dat geeft een extra dimensie aan de schilderijen. In één van de kabinetten is ook de correspondentie te lezen van Ensor over een tentoonstelling in Rotterdam; dat is fascinerend om te lezen. Zijn schetsboek van een reis door Nederland is ook te zien. Het werk van Ensor wordt ook meer in de context van zijn tijdgenoten geplaatst door de tentoonstelling van de XX te imiteren met alle schilderijen lijst tegen lijst. Daar hangt Ensor naast Toorop en Van Gogh (die duidelijk meer ruimte nodig heeft). Een tentoonstelling die het beeld van Ensor verder compleet maakt.

L'Intruse. Operadagen 6.

De laatste voorstelling die we zien bij de operadagen is L'Intruse van de Vlaamse Opera met Abattoir Fermé. Een compositie van Dirk D'Ase gebaseerd op een verhaal van Maurice Maeterlinck. Het is een mysterieuze en donkere voorstelling over een koning die terugkomt, zijn herinneringen aan zijn overleden vrouw, een vreemde prinses die meekomt en moordlustige neigingen. Het geheel deed me soms even denken aan het magisch-realisme van 'Twin Peaks' ook hier bedienden die vreemd uitgedost zich onledig lijken te houden met het zorgen dat lampen branden. De aankleding van de opera is mooi en het donkere karakter van het verhaal wordt sterk benadrukt. Het herinnert ook Blauwbaards burcht en hoe er met vrouwen wordt omgegaan. Een zwarte voorstelling om het festival af te sluiten.