Op 14 mei 1940 om half twee vielen de bommen op Rotterdam. 70 jaar later wordt het bombardement op verschillende manieren herdacht. Bij het altijd indrukwekkende monument van Zadkine leest de stadsdichter Jana Berenova een gedicht. De markering van de brandgrens wordt vandaag afgerond. Bij mijn werk waren de verlichtingselementen al een tijdje geleden aangebracht. Op de tentoonstelling die vandaag te zien was blijkt het GGD-gebouw één van de gebouwen te zijn waar je de brandgrens goed kunt zien: oud en nieuw tegen elkaar aan.
In drie kerken in Rotterdam worden monologen gespeeld door theater Bonheur. Monologen uit de indrukwekkende voorstelling 'Struisvogels op de Coolsingel'. In de Waalse kerk klinken de verhalen van Leendert en zijn Cato. Leendert die in de Diergaarde werkt en die de leeuw niet kan en niet wil doden. Cato die vol verwachting op Leendert wacht in het lege huis zodat ze nu ongestoord samen kunnen zijn. Maar hij komt niet en zij vlucht naar wat een veilige plek leek, maar een val bleek. Mooie verhalen.
Indrukwekkender zijn nog de monologen in de Rehoboth kerk aan de Noordsingel. Helmut de half-Duitse homoseksuele jongen die terug wil naar zijn moeder in Rotterdam, prachtig intens gespeeld (en ook wel enige ironie dat juist deze monoloog in deze kerk voor een deels erg keurig publiek wordt gespeeld). Tot slot het verhaal van de chirurg van het Coolsingelziekenhuis die ondanks alles er toch voor kiest een Duitse generaal het leven te redden.
Terwijl je stil staat bij de ramp van 70 jaar geleden, gaan mijn gedachten ook uit naar de vliegramp in Libië en het verdriet dat dat bij velen brengt. In plaats van hijgerige media die van geen ophouden weten, ben ik meer onder de indruk van de stilte bij het monument of de intensheid van een monoloog. Dan denk je terug en zo blijft de herinnering steeds opnieuw en steeds anders levend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten