zaterdag 29 mei 2010

Operadagen Rotterdam: L'Eurdice


Begint de opera Orfeo van Monteverdi met trompetgeschal, L'Euridice van Cacinni begint met theorbespel. Het is een van de eerste opera's ooit gemaakt, zelfs voor die van Monteverdi. Als deel van de Operadagen Rotterdam klinkt die nu in de Paradijskerk. Het is een mooie uitvoering. Bijzonder is dat Orfeo in deze niet alleen zanger is, maar ook de theorbe bespeelt. Zo is hij werkelijk de zanger met de lier. Nicholas Achten speelt en zingt niet alleen mooi, maar is ook een jongensachtige en verliefde Orfeo. Zijn lijden wordt voelbaar als hij de schimmen van de onderwereld keer op keer vraagt met hem mee te huilen. De laatste keer fluistert hij het bijna, 'Lagrimate al mio panto ombre d'Inferno'.
Scherzi Musicali is een klein gezelschap met vier instrumentalisten en zeven zangers. De voorstelling vormt een mooi geheel, met kleine grappige details. Zo wisselen de mannen en vrouwen van plaats als de scene zich naar de onderwereld verplaatst. In de Paradijskerk klinkt een vroege opera als deze anders dan in het theater. Niet alleen luider, en intenser, maar ook feller. In deze versie vinden Orfeo en Eurdice het geluk wel. Orfeo vertedert het hart van Pluto en vertrekt samen met Eurdice uit de onderwereld, naar het licht, naar het leven.

zondag 23 mei 2010

Gordos


De overgewicht-epidemie heeft niet alleen gevolgen voor het straatbeeld of vliegtuigstoelen het wordt ook een thema voor films. Een paar jaar geleden was er de Amerikaanse documentaire 'Supersize Me' (waarna je toch even geen McDonalds wilde eten) en nu dan het Spaanse Gordos (dikkerds). Hoewel de film voldoende leuke momenten heeft, een groen gloeiende neon crucifix, een dame die haar homovriend tracht over te halen voor haar te kiezen in een homobar, en ouders die toch wel blij zijn met hun internetfilmpje, overtuigt de film als geheel niet helemaal.
De vraag is wat de regisseur met de film wil zeggen. Overgewicht lijkt meer de aanleiding - zorg dat je gelukkig met je zelf bent lijkt zijn belangrijkste boodschap te zijn - dan het echte onderwerp van de film. Wat hij over relaties wil zegggen wordt niet helemaal duidelijk; de meeste relaties in de film zijn weinig succesvol, maar wat is nu de kern? Slechts één personage stijgt er boven uit: Sophia. Zij straalt, zij ontdekt het leven, en met het juiste bijbelcitaat er bij ontdekt ze ook de liefde (en de crucifix kijkt goedkeurend toe). Zelfs haar afgewezen vriend en vader van het ongeboren kind komt drie dagen na zijn dood terug om haar zijn zegen te geven. Jammer dat niet iedereen straalt zoals zij.

vrijdag 21 mei 2010

Hondsdagen


Op het toneel liggen netten met voetballen en staan her en der ramen opgesteld. In het theater van Bonheur zien we Hondsdagen van Wolfspeelt. Ramen van het zomerhuis die open gaan; er komt nieuw leven in de stoffige kamers. De twee jeugdvrienden Jesse en Marc komen elkaar daar na jaren weer tegen. Beiden blijken ze op de vlucht te zijn; Jesse voor zijn gameverslaving en Marc als zijn ideale ouders dat toch niet blijken te zijn. Ze staan er echter niet alleen; ze delen het toneel met een saxofoniste, een contrabassist en en een violiste. De muziek vertelt soms een eigen verhaal, soms herhalen of variëren ze op de tekst. Het is krachtige muziek.
Er zijn sommige leuke momenten: Marc die de lijstjes van zijn jeugd herhaalt (en gevoelens van herkenning oproepen), de reis in de bus van Jesse. Als geheel overtuigt de voorstelling niet echt. Er gebeurt niet heel veel en de vraag is waar de verhalen en levens van deze jonge mannen naar toe gaan. De landerigheid van de Hondsdagen schemert er wel door, maar het wordt niet zo'n echte zomerse dag die maar duurt en duurt.

maandag 17 mei 2010

Angels in America: toneel voor hart en ziel.


Er zijn toneelvoorstellingen die zo bijzonder zijn dat ze je raken, bij je blijven en je ze steeds opnieuw kunt zien. Tien Geboden van NTGent is er zo één, van langer geleden zijn dat All for Love en Ten Oorlog van de toenmalige Blauwe Maandag Compagnie. Angels in America van Toneelgroep Amsterdam behoort voor mij ook tot die ultieme voorstellingen. Gisteren zag ik de voorstelling voor de derde keer en opnieuw raakte de voorstelling me tot in mijn vezels. Het bijzondere is niet alleen het fenomenale spel van de acteurs, maar ook hoe je steeds weer nieuwe elementen kan zien. Zittend op de derde rij was het spel van de acteurs - veelal op de rand van het podium dichterbij en daardoor intenser dan ooit.
Als ik denk aan de voorstellingen die ik dit seizoen gezien heb dan is de kwaliteit van de acteurs verbluffend. Iedereen is raak, is echt. Barry Atsma als onschuldige Mormoonse John, Hadewych Minis als de kwetsbare zoekende Harper, Eelco Smits als Prior lijdend, angstig maar ook sterk, Roeland Fernhout als de tedere en zorgzame Belize die zelfs voor de angstaanjagende en aftakelende Roy Cohn van Hans Kesting kan zorgen. En dan ook nog Fedja Huet, Marieke Heebink en Alwin Pulinckx
Wat me deze keer meer dan andere keren opviel was het religieuze karakter van de voorstelling. Natuurlijk de Engel viel ook de vorige keren op, maar het mystieke element van het gevecht en de vereniging met de Engel ervoer ik nu prominenter. Deels misschien door de aandacht die dit thema ook in het tweede deel van de biografie van Reve kreeg: het mysterie van geloof kan ook vorm krijgen in de vereniging met een Engel, de maagd Maria of Christus. Het stralende wit van de Engel scheen gisteren meer (en verbond zich ook met het wit van de zieke Prior en Roy Cohn, maar ook met de witte sweater van Joe).
Tegelijkertijd blijft de kern voor mij toch het mededogen dat er voor iedereen is in hun zoektocht naar liefde. In een onzekere veranderende wereld getekend door enge virussen zetten de mensen de tijd niet stil, maar kiezen voor het leven. Een eng nieuw leven voor bijna allen, maar voor leven. Het stuk heeft daarmee ook aan kracht gewonnen. Het is geen illustratie van hoe er in het Reagan tijdperk op aids werd gereageerd, maar een misschien wel klassiek verhaal over liefde. Toneel voor het hart en de ziel, toneel dat raakt.

Foto: Jan Versweyveld

Opnieuw Pasolini


2010 lijkt wel een Pasolini jaar te worden. In januari zag ik de voorstelling over Pasolini van Toneelgroep Oostpool. Het lukte in maart niet om de monoloog van Jeroen Willems over Pasolini te gaan zien, maar zaterdag zag ik wel de voorstelling Pier Paolo Pasolini - PPP van het Nationaal Toneel. Het was een gemengde ervaring. Er zaten een aantal prachtige momenten in, met name waarin de jonge acteur uit Teorema Christus uitbeeldde. Het gebruik van video werkte ook mooi en vormde soms een triptiek voor Pasolini. Jeroen Spitzenberger speelde een mooie Pasolioni. Tegelijkertijd kon de voorstelling als geheel me niet overtuigen.
Waar de voorstelling van Oostpool zich concentreerde op wat volgens hen de kern van Pasolini was en daar nieuwe beelden bij vond, was deze voorstelling te vol. Er waren teveel spelers op het toneel – met minder spelers was het krachtiger geworden. Er waren ook teveel invalshoeken. De biografie van Schwarz over Pasolini was erg dik en deze voorstelling wil veel verschillende fragmenten en theorieën tonen – juist ook over zijn dood. Daardoor ontbreekt voor mij een kern en kijken we naar theater over het fenomeen Pasolini en minder over wat Pasolini nu nog biedt. Dat mis ik. Misschien moet ik als ik van de zomer naar Italië op vakantie ga, maar gewoon een boek van hem meenemen.

zaterdag 15 mei 2010

The fantastic mr. Fox


Een tijd geleden kreeg mijn nichtje het boek 'De fantastisch meneer Vos' van Roald Dahl voor haar verjaardag. Ik kon het niet laten er in te lezen en het is een leuk en spannend verhaal. Vol verwachting gingen we daarom ook naar de bioscoop zeker na de positieve recensies. Het is zeker een ingenieuze, mooi gemaakte en leuke film. De stemmen zijn prima gedaan - zeker Michael Gambon als de gemene boer Beans (meer passend bij zijn rol in The Cook, the thief, his wife and her lover dan bij de Dumbledore waarvan we hem de laatste jaren kennen). Toch overtuigde de film me niet helemaal. Het verhaal raakte me onvoldoende en ik leefde niet echt mee met de karakters, met uitzondering dan van puberzoon Ash. Misschien blijft de fantastische meneer Vos in de film toch wat te zelf ingenomen, iets wat je in het boek natuurlijk veel meer zelf kunt invullen. Daarom een film die wel aardig is, maar niet echt beklijft.

vrijdag 14 mei 2010

Rotterdam: 14 mei 1940


Op 14 mei 1940 om half twee vielen de bommen op Rotterdam. 70 jaar later wordt het bombardement op verschillende manieren herdacht. Bij het altijd indrukwekkende monument van Zadkine leest de stadsdichter Jana Berenova een gedicht. De markering van de brandgrens wordt vandaag afgerond. Bij mijn werk waren de verlichtingselementen al een tijdje geleden aangebracht. Op de tentoonstelling die vandaag te zien was blijkt het GGD-gebouw één van de gebouwen te zijn waar je de brandgrens goed kunt zien: oud en nieuw tegen elkaar aan.
In drie kerken in Rotterdam worden monologen gespeeld door theater Bonheur. Monologen uit de indrukwekkende voorstelling 'Struisvogels op de Coolsingel'. In de Waalse kerk klinken de verhalen van Leendert en zijn Cato. Leendert die in de Diergaarde werkt en die de leeuw niet kan en niet wil doden. Cato die vol verwachting op Leendert wacht in het lege huis zodat ze nu ongestoord samen kunnen zijn. Maar hij komt niet en zij vlucht naar wat een veilige plek leek, maar een val bleek. Mooie verhalen.
Indrukwekkender zijn nog de monologen in de Rehoboth kerk aan de Noordsingel. Helmut de half-Duitse homoseksuele jongen die terug wil naar zijn moeder in Rotterdam, prachtig intens gespeeld (en ook wel enige ironie dat juist deze monoloog in deze kerk voor een deels erg keurig publiek wordt gespeeld). Tot slot het verhaal van de chirurg van het Coolsingelziekenhuis die ondanks alles er toch voor kiest een Duitse generaal het leven te redden.
Terwijl je stil staat bij de ramp van 70 jaar geleden, gaan mijn gedachten ook uit naar de vliegramp in Libië en het verdriet dat dat bij velen brengt. In plaats van hijgerige media die van geen ophouden weten, ben ik meer onder de indruk van de stilte bij het monument of de intensheid van een monoloog. Dan denk je terug en zo blijft de herinnering steeds opnieuw en steeds anders levend.

zondag 9 mei 2010

Nederlands Architectuur Instituut: Strijd om de Stad


In het NAi is nog even de tentoonstelling Strijd om de stad te zien. Het zijn veertig maquettes van gebouwen, plannen voor gebouwen of gebieden die voor veel discussie hebben gezorgd. De vraag is nu of 10 van deze maquettes een plaats moeten krijgen in de Stad van Nederland, een nieuwe vaste opstelling van maquettes die in het NAi komt. Het is leuk de gebouwen te zien - en te kunnen stemmen - die herkenning, soms bewondering en soms ergernis oproepen. Café De Unie wat zowel bij de bouw als herbouw veel discussie opriep, maar ook het Hofdijk-complex ('Klein Volendam') dat eigenlijk toch gewoon erg lelijk is. Interessant is de maquette van een eerder ontwerp voor de combinatie stadhuis - muziektheater in Amsterdam. Een groots gebouw, met misschien veel beton, maar zeker spannender dan het huidige gebouw. Er zijn een aantal grappige onverwachte ideeën te zijn van stapelbare Heinekenflesjes zodat ze niet langer weggegooid hoeven te worden tot bizarre fantasieën als een monorail in de Spuistraat in Amsterdam.
Bij het stemmen is het wel lastig dat je soms stemt omdat je een gebouw mooi vindt en dus vindt dat het in de vaste opstelling moet (zoals de Bergpolderflat) en anders dat ze te lelijk zijn (Hoog Catherijne) en er eigenlijk niet in moeten. Maar je kunt je ook de vraag stellen of juiste lelijke gebouwen of mislukte grote ideeën (de Bijlmer) niet toch een plaats verdienen. De wereld - en ook Nederland - bestaat niet alleen uit mooie gebouwen. Na een paar dagen Praag valt trouwens wel op dat er eigenlijk maar een art nouveau achtig gebouw (De Holland van 1859 van Sybolt van Ravesteyn in Dordrecht) in deze tentoonstelling voorkomt. Het modernisme en functionalisme geven al die jaren de toon aan).

donderdag 6 mei 2010

Gerard Reve in Praag


De afgelopen dagen tijdens een vakantie in Praag las ik het tweede deel van de biografie van Gerard Reve; Kroniek van een schuldig leven. De rampjaren 1962 - 1975 van Nop Maas. Een belangrijk element is zijn overgang naar het Katholicisme. Dat leest toch anders als je elke dag kerken bezoekt vol met Madonna's. Reve zijn mystieke verlangen naar Maria wordt daarmee toch begrijpelijker. Een eenzame, depressieve schrijver levend in het besef van de dood kwam zo bij Maria uit. Niet omdat dat een logische of verklaarbare oplossing was, maar wel omdat het ruimte gaf voor het mysterie. Liefde en dood konden zo verenigd worden. Dat besef brengt de biografie mooi over.
De biografie is echter ook te uitgebreid. Het lijkt er op of elk schoolkrantinterview, elk honorarium en elke contactadvertentie voor een nieuwe liefdesslaaf er in voorkomen. Intrigerend zijn de observaties in brieven en dagboek van zijn vroegere vrouw Hanny Michaelis. Ze zijn zowel begripvol, maar ook kritisch en vooral een teken van verbondenheid. Het wachten is nu op deel 3, waarin acceptatie en stabiliteit in combinatie met verbetenheid vast zullen optreden. Ik ben echter ook benieuwd of de dagboeken van Hanny Michaelis uitgegeven zullen gaan worden. Haar observaties smaken naar meer.

zondag 2 mei 2010

Rusalka in Praag


Rusalka is een opera van Dvorak. Ik had er echter nog nooit van gehoord. Tijdens ons bezoek aan Praag wilde we ook graag een opera zien en het werd dus Rusalka. Een echte Tsjechische opera die sinds de première in 1901 continue op het repertoire van de opera van Praag heeft gestaan. Eén productie werd zelfs 642 keer opgevoerd in de periode 1960 – 1991. Het blijkt de lievelingsopera van Praag te zijn.
Het verhaal is een sprookje en daarmee snel navertelt. Een waternympf wordt verliefd op een prins, wil menselijk worden en als ze dat is blijkt – door de listen van een heks – de liefde van de prins niet standvastig. Rusalka kan geen mens meer zijn, maar wil ook niet moorden om weer waternymf te worden en moet dus ongelukkig blijven. Ze schenkt de prins nog eenmaal haar liefde door hem zijn doodswens te erkennen, hem te kussen en voor zijn ziel te bidden.
De voorstelling wordt wisselend gezongen, Maria Kobielska als Rusalka is erg goed, de rest wat minder. De muziek is mooi en ligt makkelijk in het gehoor. Een aria van Rusalka waarin zij de liefde bezingt herken ik van de radio. In de regie is het onderscheid tussen onder- en boven water mooi te zijn met waterlelies die vogels worden en het licht dat van blauw-groen rood-oranje wordt. Rusalka blijft daar, bleek als ze is, een buitenstaander.