zondag 25 juli 2010

1q84. Haruki Murakami

Er staat slechts één maan aan de Italiaanse hemel; geen twee. Mijn wereld is niet veranderd, voor mij geen Little People die boodschappen uitzenden. Het bijzondere aan de boeken van Murakami is dat je steeds meegaat in zijn verhaal hoe onwaarschijnlijk en absurd ook; het is levensecht. Net als Aomame en Tengo slechts een andere stap doen en in 1q84 terecht komen, zo hoef jij ook slechts één stap in je verbeelding te doen en je bent in de wereld van Murakami.
In de twee delen die nu van de trilogie zijn verschenen wordt de spanning steeds verder opgevoerd. Aomame en Tengo beginnen elk met hun eigen leven. Een leven van Aomame als personal trainer en moordenares van mannen die hun vrouwen mishandelen en misbruiken (ook een code hanterend als Dexter). Tengo als wiskundeleraar en schrijver. Ooit hebben ze bij elkaar in de klas gezeten en even elkaars hand vastgehouden, maar dat is lang geleden en lijkt van geen belang.
Als voor Aomame in een taxi het Sinfonietta van Janacek beluistert begint de wereld te schuiven. En jij schuift mee met de geleidelijke overgangen. Zoals het mij altijd bij de boeken van Murakami vergaat hoop ik van ganser harte dat het goed gaat komen. Dat Aomame en Tengo elkaar vinden, dat het pistool dat Aomame in haar mond heeft niet zal af gaan, dat ze de Little People zullen overwinnen.
Tegelijkertijd weet je dat de kans klein is dat het zo zal gaan. De wereld ontwikkelt zich anders en na twee delen die de spanning steeds verder opvoeren weet je nog niet hoe het echt helemaal zit, maar weet je wel dat er gevaar is. Een dreiging was er de hele tijd al, maar nu is het gevaar acuut. Een oplossing is zeker nog niet in zicht. Er is wel liefde en gedrevenheid, en er zijn verhalen (want ook nu is de vraag wat is werkelijk, evenals verwijzingen naar muziek van Janacek tot Bach en van literatuur van Tsjechow tot Orwell). Maar hoe verder, het is erg frustrerend maar dat weet ik pas in 2011.

Geen opmerkingen: