donderdag 3 maart 2011

Mahagonny's Songspiel. Het Lied van Rotterdam.

Brecht blijft een constante factor in het theater. Vorig jaar het Rotheater met Baal, binnenkort het Nationale Toneel met de Dreigroschenoper (twee jaar geleden nog in het muziektheater in een fantastische uitvoering van het Berliner Ensemble in regie van Robert Wilson) en nu Mahagonny's Songspiel door Het Zuidelijk Toneel. Aangezien het slechts een zeer korte voorstelling is, gecombineerd met 'Het lied van ...'. Steeds met de stad waar de voorstelling speelt, dus nu 'Het lied van Rotterdam'.
Mahagonny's Songspiel is bij mij vooral bekend van het lied 'Show me the way to the next wiskey bar'. Het verhaal over het verlangen naar een andere betere stad. De uitvoering van Het Zuidelijk Toneel en het Willem Breuker Kollektief doet recht aan de sterke muziek en bevat een aantal mooie elementen (de stralende zon van lampen; de strakke stilering), maar de balans tussen instrumenten en zang is niet helemaal goed. Dat is jammer.
Het tweede deel van de voorstelling valt me echter tegen. Hoewel het idee leuk is van steeds rondrijdende 'karren' waarop ultrakorte scènes worden gespeeld komt het niet van de grond. De tekst bevat teveel cliché's, over de minutenwals in de thuiszorg, over ouders die geen tijd hebben voor hun kind met zogenaamde ADHD, over de romantische politieagent die zich verzet tegen te strikte moderne managers. Het blijven echter fragmenten die geen nieuw licht werpen op de moderne stad, het zijn flauwe illustraties van het moderne ongenoegen. De drummende jongen op het einde geeft nog iets van kracht, maar kan de voorstelling niet redden.

Geen opmerkingen: