donderdag 17 juni 2010

Lof en lust in de Laurenskerk


Leegte, niets dan leegte. Zo begint de bouwmeester te vertellen. De trombone klinkt achter uit de kerk. Op het videoscherm zie ik de zwarte stipjes aan de hemel, de bekende stipjes die uitgroeien tot de Duitse bommenwerpers die Rotterdam op 14 mei 1940 aanvielen en de binnenstad verwoestte. Domestica Rotterdam brengt het eerste van vier concerten in de Laurenskerk. Bijzondere concerten want steeds een combinatie van muziek, woord en spel. Fred van der Hilst speelde de rol van de bouwmeester, Serge van Veggel was verantwoordelijk voor de regie, Minnekus de Groot schreef de poëtische tekst en het orkest stond onder leiding van Wim Steinmann.
De vernietiging en herbouw van de Laurenskerk was het centrale thema. Over hoe de toren als een fakkel brandde in de nacht, over of de kerk herbouwd moest worden of dat alleen de toren zou moeten blijven staan omgeven door moderne gebouwen en hoe de kapitelen werden terug gevonden. Spectaculair waren de stukken van Gabrieli, trombones die van drie zijden klonken en de kerk met geluid vulde. Deze muziek was krachtiger dan de muziek van Hellendaal, die miste scherpte. De muziek en de tekst werden steeds ondersteund met beelden van oud Rotterdam en van een zich vernieuwend en opbouwend Rotterdam. Zo kreeg de voorstelling een extra laag.
Terwijl de bouwmeester de kerk weer opbouwde, werd hij zelf zieker. Je zag hem worstelen met de vraag of hij het hoogtepunt van de herbouw, de restauratie van het orgel zou meemaken. En zo eindigde de voorstelling, de bouwmeester had zijn laatste woorden gesproken en zeeg ineen, het videobeeld werd donkerder en donkerder, terwijl het orgel juist straalde in het felle licht. Straalde zoals de trombones klonken. Een mooi begin van een nieuwe serie.

Geen opmerkingen: