Het is de derde keer dat ik een voorstelling van de Münchner Kammerspiel zie. Na Hiob tijdens het Holland Festival en Rechnitz tijdens een vakantie in München, nu dan Drei Farben in de regie van Johan Simons in Amsterdam. Het is bijzonder om ook bij een buitenlands gezelschap de acteurs in een andere voorstelling terug te zien. Het vooruitzicht van een regie van Simons met een fantastisch ensemble en gebaseerd op de Kieslowski films (na het sublieme theaterhoogtepunt van de 10 geboden) is daarom groot.
Het is een bijzondere en intrigerende voorstelling beginnend met een spectaculair auto-ongeluk en eindigend met het bericht over een grote scheepsramp. Daar tussen de drie verhalen, verhalen over dood, over vluchten en opnieuw beginnen en over oordelen over de ander. Is het eerste verhaal vooral tragisch, het tweede wordt gebracht als een absurde komedie. Het derde deel is het mooiste met Jeroen Willems als gepensioneerde rechter die zijn buren afluistert en bespioneert. Zijn buurvrouw brengt verandering in zijn leven, waar hij gelooft dat mensen slecht zijn, gelooft zij niet dat ze goed zijn, wel dat ze zwak zijn. Hij speelt het ingetogen en verkrampt in zijn lichaam en dat maakt het heel spannend.
Het is een zwakte die ook kracht is. In alle drie de delen zou je kunnen zeggen dat mensen zwak zijn, ze houden zich niet aan hun voornemen. Ze proberen het toch weer, ze gaan toch werken aan de compositie van hun overleden man, kiezen toch weer voor de vrouw die ze in steek heeft gelaten en geven zich zelf aan vanwege het afluisteren. De rechter geloofde niet meer in recht noch in rechtvaardigheid. Hij besefte dat hij - als een soort God - geen goede keuzes kon maken en trok zich terug. Maar het stuk eindigt met een beetje hoop, want ook God is zwak en laat een aantal mensen leven. Zwakte als kracht, het doet me denken aan de beroemde dichtregel van Henriëtte Roland Holst 'De zachte krachten zullen overwinnen in het end'.
Hamlet, Theater Rotterdam
5 jaar geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten