De tentoonstelling was bijzonder mooi. Het gaf een indrukwekkend overzicht van Bauhaus: de school, de diversiteit, de buitenlandse invloeden, de betekenis in Duitsland en daarbuiten. Doordat Bauhaus samenviel met de Weimar Republiek heeft het bovendien ook een symbolische waarde gekregen als een voorbeeld van het andere, het goede Duitsland. Het meest bijzondere voor mij was wel de diversiteit van het Bauhaus. Het traditionele beeld omvat toch vooral de witte gebouwen met veel glas, de lamp en de stoelen. Hier zag je ook de architectonische ontwerpen (lang niet altijd uitgevoerd, en soms ook beter zoals het model voor een socialistische stad die tientallen kilometers lang had moeten worden en waar beton naast wegen en spoorwegen zou komen), opmerkelijke meubels van een 'Afrikaanse' stoel van Marcel Breuer tot een bijzondere wieg, prachtige schilderijen van onder andere Feiniger en Kandinsky, theateropvoeringen en mode. Eén voorbeeld is ook een serie prenten over hoe via de radio een verkiezingsuitslag wordt bekend gemaakt. Dit krijgt allerlei vormen van abstract tot magisch-realistisch.
Het einde van de Weimar republiek betekende ook het einde van Bauhaus als school. Niet van de betekenis van Bauhaus. Mies van der Rohe en Walter Gropius gingen naar de VS en ontwierpen daar door. Met Nederland was een bijzondere link door de samenwerking met 'De Stijl'. Veel van het Bauhaus is daarom vanzelfsprekend geworden en is deel van het alledaagse beeld, deze tentoonstelling laat gelukkig het bijzondere er van zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten