zondag 11 oktober 2009

DDR museum: de banaliteit van een dictatuur

Het eerste bezoek dat ik aan Oost-Berlijn bracht was in 1985. Er was nog geen sprake van echte ontspanning en Berlijn was grauw, met hier en daar een herinnering aan Rotterdam, immers beide wederopbouw steden. De Blaak leek wel een beetje op de Karl Marx Allee. Net voor de val van de muur waren we er nog eens en reden langs de lege metrostations waar de soldaten op stonden. Het geld dat je verplicht moest wisselen, kreeg je bijna niet op, zodat ik nog steeds een uitgave van 'Het Kapitaal' heb staan. Tijdens de afgelopen 20 jaar is Berlijn enorm veranderd, de Potsdammer Platz die herrezen is, Prenzlauer Berg dat een trendy woonwijk is geworden, en de DDR is geschiedenis geworden.
Het alledaagse leven van de DDR krijgt een plaats in het DDR-museum en dat is een wat bizarre gewaarwording. De DDR is onschuldig geworden en lijkt vooral vertedering en amusement op te wekken. Natuurlijk er wordt aandacht besteed aan de Muur en de Stasi, maar de nadruk ligt toch vooral op de Trabant, de inrichting van de huizen, de mode die te kop was, de lampen in het Palast der Republik en de muziek. Allemaal dingen die waar zijn. De DDR was ook een 'gewoon' land waar mensen 40 jaar leefden, hun eigen geluk en dagelijkse problemen hadden. Het is belangrijk dat de alledaagse geschiedenis onderzocht wordt en betekenis krijgt, voor de meeste mensen is dat immers 'hun' leven. Tegelijkertijd wringt er iets, het krijgt net teveel het karakter van een openluchtmuseum. Dan geeft de vaste opstelling van het Deutsches Historisches Museum 500 meter verderop een completer beeld over zowel dictatuur en dagelijks leven.

Geen opmerkingen: