zaterdag 25 februari 2012

Bloed en rozen. Toneel tussen hemel, hel en kerk.


Bloed en rozen. De titel is ontleend aan het beroemde 'Herfstij der Middeleeuwen' van Johan Huizinga. Tegelijkertijd heeft Tom Lanoye een actueel toneelstuk geschreven over Jeanne d'Arc, Gilles de Rais, geloof en de kerk. Guy Cassiers heeft er met het Toneelhuis een prachtige en indrukwekkende voorstelling van gemaakt. Een voorstelling die poëtisch en politiek is.
Jeanne d'Arc staat centraal in het eerste deel. De maagd van Orleans, die met haar visioen van stemmen en in mannenkleding de overwinning afdwingt en de Dauphin tot koning laat kronen. Echter daarna komt het verraad, gevangen door de Engelsen en door de kerk wegens ketterij op de brandstapel gebracht. Abke Haring speelt een felle, indrukwekkende, gelovende Jeanne. Haar stemmen worden hoorbaar door de zang van Collegium Vocale. Beangstigend is hoe ze door de kerk wordt ondervraagd, hoe er gefleemd, gedreigd, verdraaid, vernederd en veroordeeld wordt. En in deze passages zijn teksten van bisschoppen over de huidige misbruikschandalen in de katholieke kerk vermengd. Het slotbeeld van Jeanne, die spreekt in een rood brandend videobeeld terwijl de engelen zingen, is van een wrede schoonheid.
Het tweede deel gaat over Gilles de Rais, de generaal die ooit aan de zijde van Jeanne vocht en nu een monster is geworden. Kinderen worden misbruikt en gedood en dit wordt lange tijd getoleerd. Bij hem geen engelen die zingen, maar demonen. Johan Leysen speelt hem zowel eferisch als getormenteerd en het beeld als die uitgelicht met wit haar spreekt is zeer bijzonder. Hier is de kerk minder streng, en komt pas laat in actie. Slechts macht interesseert de kerk.
De vormgeving en videobeelden maken veel indruk. Mantels vol met extra armen en handen, een achterwand met spiegelende vierkanten, videobeelden die de gezichten nabij brengen. Een zeer indrukwekkende voorstelling die gezien moet worden. Om het spel, om het beeld en om de tekst van Tom Lanoye. Zoals hij Jeanne laat zeggen: "Verleen ons nu 't vermogen. Om Uw Roeping te dragen. En niet te versagen. Uw vijand te verjagen. Alles te wagen. Alles te verdragen. De plichten en de plagen. De balsem en de slagen. De triomfen en nederlagen. U en U alleen te behagen. Tot het einde onzer dagen. Tot het einde onzer dagen. Tot het einde onzer dagen."

Geen opmerkingen: