
Centraal in de film staat de spanning tussen de kinderen en de volwassenen. De jonge leraar - die ook de verteller is die op latere leeftijd terugkijkt - vormt de verbinding tussen beide werelden. Maar uiteindelijk lukt het hem ook niet die verbinding te maken, hij is een buitenstaander in beide werelden.
Het dorp in 1913 is een wereld van standsverschil, van een strenge godsdienst, van vernedering om zogenaamd op te voeden en van lijfstraffen. Voor de kinderen lijkt er weinig vreugde in het dagelijkse leven in hun dorp. Ze kijken steeds serieus, er broeit iets en de zoon van de dominee stelt God op de proef om te kijken of die even wreed is als zijn vader. Er heerst een onheilspellende sfeer aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Wij beseffen dat de echte wreedheid dan in Duitsland nog moet komen.
Het spel van de kinderen is prachtig. Soms intens, vaak ingetogen waarbij je je voortdurend afvraagt wat de kinderen werkelijk denken en soms ontroerend. Ontroerend als het zoontje van de dokter vraagt of iedereen werkelijk moet sterven. Ontroerend als een zoon zijn vader vindt die zich heeft opgehangen. Ontroerend als het zoontje van de dominee zijn strenge vader een vogeltje geeft. Mooi in het tonen van de ontluikende liefde tussen de onderwijzer en het kindermeisje.
Het feit dat de film in zwart-wit is maakt dat het verleden juist werkelijker wordt. De beelden zijn prachtig, in hun contrasten, in de schoonheid van de sneeuw en de leegte. Een bijzondere, intrigerende film.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten