Voor al het werk van Frida Vogels geldt dat het er om gaat het eigen leven en bestaan te onderzoeken om uit te vinden wie zij werkelijk is. Dat geldt voor de boeken verenigd in de serie ‘De Harde Kern’ en geldt ook voor haar dagboeken. In het zesde deel van haar dagboeken uit 1966 – 1967 probeert ze de teleurstelling te verwerken dat haar man E. niet werkelijk reageert op ‘Kanker’, de roman die zij voor hem had geschreven. ‘Kanker’ was een poging om door het schrijven over de ziekte van zijn oom Mario haar plaats in zijn leven helder te maken en haar wijze van verbondenheid. Het feit dat E. het verhaal niet zo leest, stelt haar sterk teleur en leidt tot verwijdering.
Ze begint in deze jaren aan ‘Met zijn drieën’, wat het ontroerende boek wordt over haar, haar moeder en haar broertje. De dagboeken combineren het soms genadeloze zelfonderzoek - wat ook terug te vinden is in 'De Harde Kern', met de beschrijvingen van het meer dagelijkse leven en berichten over de voortgang van haar literaire werk. Niet zo zeer de anekdotes van het dagelijks leven staan centraal, maar haar pogingen te komen tot een oprecht en literair leven. Dat is zeker niet eenvoudig, het leven valt haar niet makkelijk en ze stelt ook hoge eisen vooral aan zichzelf. Het leidt wel tot een intrigerend dagboek dat consequent en eerlijk is.
Hamlet, Theater Rotterdam
5 jaar geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten